Zorgsaam komt met nieuwe schouderprothese
TERNEUZEN - Niemand kijkt nog op van een nieuwe knie of heup. Maar een nieuwe schouder komt in Nederland niet vaak voor. Het aanbrengen van de prothese is vol risico's. Een nieuwe techniek brengt uitkomst.
De nieuwe techniek die chirurg Anne Karelse van ZorgSaam in Terneuzen voor het aanbrengen van schouderprotheses gebruikt, betekent een grote vooruitgang.
De meeste patiënten die van Karelse een nieuwe schouder krijgen, zijn minstens een jaar of 60, 70. ,,Sommige nog ouder.'' Net als bij heupen en knieën is het vervangen van een schoudergewricht risicovol. ,,Een 55-jarige moet nog steeds werken. Omdat het risico op schade bij het vervangen van een schouderprothese groot is, kregen jongere mensen er tot nog toe geen een.'' Een ramp voor wie met een versleten schouder kampt. Omdat het bewegen van de arm zo pijnlijk is, zijn veel bewegingen bijna onmogelijk.De nieuwe techniek die chirurg Anne Karelse van ZorgSaam in Terneuzen voor het aanbrengen van schouderprotheses gebruikt, betekent een grote vooruitgang.
Goed nieuws
Nu is er goed nieuws. Als een van de weinige ziekenhuizen in Nederland past ZorgSaam een nieuw soort prothese toe. Daardoor kunnen ook mensen op jongere leeftijd een schouderprothese krijgen. Al is 'nieuw' betrekkelijk, want specialisten in bijvoorbeeld Italië gebruiken het al langer. "Nederlandse ziekenhuizen zijn, terecht, voorzichtig met invoeren van nieuwe technieken", verklaart Karelse.
Een schoudergewricht is van zichzelf niet stabiel, maar wel zeer beweeglijk, beschrijft Karelse. "Het zijn de spieren en pezen rondom het kogelgewricht die voor stevigheid en beweeglijkheid zorgen".
Het vervangen van een versleten schouder is dan ook complex. "Het is belangrijk om weer de juiste spanning van de pezen en spieren terug te vinden. Lukt dat niet, dan gaat een prothese zich gedragen als een soort hobbelpaard dat zichzelf weer los wiebelt. Met extra slijtage tot gevolg".
Een veel gebruikte schouderprothese is er een waarbij letterlijk een kogel op een steel in het bot in de bovenarm wordt geslagen. Ter hoogte van de oorspronkelijke kom wordt een nieuwe geplaatst. Op zich niets mis mee, totdat die moet worden vervangen. Want dat vergt veel hak een breekwerk, met kans op scheuren in het bot en het raken van zenuwen.
Kans op complicaties
"Een prothese gaat grofweg tussen de zeven en vijftien jaar mee. Bij vervanging is de kans op complicaties 20 tot 40 procent. Enorm veel".
Wetenschappers ontwikkelden een prothese die zich makkelijker laat vervangen: een 3D-geprinte schouderprothese van Trabecular Titanium. Als je het op straat zou vinden, zou je zeggen dat het een grote bout van een auto is. Er zit geen lange pen aan. Karelse: "Daardoor is die makkelijker te vervangen. De pen is niet nodig omdat het materiaal beter ingroeit in het bot. Het gewricht is daardoor meer stabiel en de kans is groot dat de spieren en pezen weer hun oude werk gaan doen. Zo kan iemand zijn arm bijna weer als vanouds gebruiken".
Een veelbelovende nieuwe techniek, noemt Karelse het. "In het afgelopen half jaar heb ik vijf mensen ermee behandeld. Met succes. De jongste is 44 en de oudste 55 jaar. Zij kunnen hun arm weer gebruiken. En als de prothese in de toekomst eventueel vervangen moet worden, is de operatie minder complex en risicovol".
Bron: PZC / Foto: © Emile Schelstraete